De werking van zonnepanelen
Zonnepanelen, een manier om zelfstandig energie op te wekken uit een onuitputbare bron. De zon stuurt een oneindige hoeveelheid aan energie naar onze aarde. Met zonnepanelen kan je deze kracht omzetten in leverbare energie. Het omzetten van de kracht van de zon in elektriciteit noemt men een photovoltaïsch effect. De chemische reactie die nodig is om de kracht van de zon om te zetten in energie wordt veroorzaakt door silicium, dit is een halfgeleider. De kracht van de zon maakt elektronen los in het silicium en daardoor ontstaat er spanning in een zonnecel. Door meer van deze zonnecellen aan elkaar te schakelen kan er elektriciteit gaan stromen. Ook op een bewolkte dag kan een zonnecel energie leveren waardoor het gebruik van zonnepanelen zeer efficiënt kan zijn.
Een zonnecel in de schaduw zal minder stroom opwekken dan een zonnecel in de zon. Om het stroom toch goed te laten stromen beschikken (draagbare) zonnepanelen over bypass diodes. Deze bypass diodes zorgen ervoor dat de lopende energie een zonnecel in de schaduw kunnen overslaan en gewoon door kunnen lopen. Het gebruik van een bypass diode zorgt ervoor dat de opbrengst van het zonnepanelensysteem afneemt. Per bypass diode wordt éénderde van het systeem uitgeschakeld waardoor je een derde van je opbrengst inlevert. Het vermijden van de schaduw is dus zeer aan te raden.
Hoe hoger de temperatuur, des te minder energie een zonnepaneel opwekt. Voor iedere 10 graden verschil in temperatuur, daalt de stroomopbrengst met 5%. Het is dus zaak om ervoor te zorgen dat er altijd lucht achter de panelen langs kan stromen. Deze lucht fungeert als koelingssysteem voor de zonnepanelen. Dit effect is ook merkbaar bij de omvormer. Het is dus ook zaak om de omvormer te plaatsen waar de luchtstroom voldoende aanwezig is.
Bron: Milieucentraal.nl